Ouderenzorg
Snoezel- en Belevingsruimtes voor Ouderenzorg
Kenmerken van de doelgroep
Het belangrijkste kenmerk van het dementieproces bij ouderen is het verlies van autonomie en verlies van identiteit. Het gevolg is dat het gevoel van angst een belangrijke rol speelt binnen de belevingswereld van de ouderen met dementie.
Een belangrijk onderdeel van de belevingsgerichte zorg en begeleiding vormt het ‘ontmoeten’ van zorgverlener en de mens met dementie.. Doel van deze ‘ontmoetingen’ is, het welbevinden te bevorderen of instandhouden, door veiligheid en bescherming te bieden..
Verder heeft het dementieproces 3 belangrijke typische kenmerken:
Kenmerk 1: Dementerende mensen ervaren hun achteruitgang en lijden daaronder.
Kenmerk 2: Dementerende mensen gaan steeds meer en steeds verder in hun verleden leven.
Kenmerk 3:Dementerende mensen ervaren hun verblijf in een instelling als belastend.
Verder heeft het dementieproces 3 belangrijke typische kenmerken:
Kenmerk 1: Dementerende mensen ervaren hun achteruitgang en lijden daaronder.
Kenmerk 2: Dementerende mensen gaan steeds meer en steeds verder in hun verleden leven.
Kenmerk 3:Dementerende mensen ervaren hun verblijf in een instelling als belastend.
Basiselementen van de inrichting van een Snoezelruimte voor dementerende ouderen
De ruimte dient in zijn geheel een rustige en herkenbare indruk te geven. Comfortabel , sfeervol en voldoende licht, overzichtelijk en bijvoorbeeld een herkenbaar thema zoals natuur, bos, seizoenen, strand, etc. Duidelijke zit en/of lig elementen die eenvoudig toegankelijk en comfortabel zijn. Doelstelling van de ruimte is rust, positieve herinneringen uit het verleden en de mogelijkheid tot ontmoeten en contact leggen.
De ruimte mag onder geen beding verwarrend zijn of teveel voorzien zijn van allerlei technische snufjes waar de bewoner niet weet wat hij/zij daar mee aan moet of hoe het werkt. Dat roept juist weer het gevoel van onmacht, angst en afhankelijkheid op.
De zorgverlener speelt in deze snoezelruimte een belangrijke begeleidende rol en het materiaal minder.
De zorgverlener bepaalt veelal wat materiaal voor betekenis kan hebben en hoe je het kan beleven en ervaren. Deze betekenis kunnen veel mensen met een dementie niet meer aan het materiaal geven en weten dus vaak niet wat ze met iets kunnen doen. Bij een goede begeleiding is geen enkel materiaal eng, maar geeft het juist snel een vertrouwd gevoel.
De ruimte mag onder geen beding verwarrend zijn of teveel voorzien zijn van allerlei technische snufjes waar de bewoner niet weet wat hij/zij daar mee aan moet of hoe het werkt. Dat roept juist weer het gevoel van onmacht, angst en afhankelijkheid op.
De zorgverlener speelt in deze snoezelruimte een belangrijke begeleidende rol en het materiaal minder.
De zorgverlener bepaalt veelal wat materiaal voor betekenis kan hebben en hoe je het kan beleven en ervaren. Deze betekenis kunnen veel mensen met een dementie niet meer aan het materiaal geven en weten dus vaak niet wat ze met iets kunnen doen. Bij een goede begeleiding is geen enkel materiaal eng, maar geeft het juist snel een vertrouwd gevoel.